In de groene haag zit een mus. Op het gras liggen de broodkruimels, die ik er vanochtend heb gestrooid. Vanuit de veilige heg kijkt het vogeltje om zich heen, voordat hij naar het eten vliegt. Echter, als ik opsta, ook als is dat binnen en zit er nog een schuifdeur tussen ons, vliegt het gevederde vriendje snel terug de heg in. Dat is zijn rustplek, zijn veiligheid.